Misschien is de uitdaging voor christenen en de kerk wel om het mysterie van God opnieuw uit te leggen en het gesprek hierover opnieuw te voeren. God laat zich zien aan wie Hem zoeken, christenen en niet-christenen. Waar krijgen al deze Zacheüssen onderdak?
In de Bijbel ontmoet Jezus de tollenaar Zachëus. Iemand die zich verstopt in de boom en tussen de bladeren doorkijkt en afwacht wat Jezus brengt. Maar misschien zichzelf ook verstopt voor anderen. Of eenzaam is of juist nieuwsgierig…Niemand die hem ziet of mag zien.
Wat zijn er veel Zachëussen in de wereld! Misschien voel je jezelf ook wel zo:
– Waarom … werk je maar door, wil je alles zo goed mogelijk doen, mag je niet van jezelf falen, maar blijf je ook onrustig?
– Waarom … ben je zo onzeker over jezelf en voel je je, ondanks al je vrienden, alleen en niet gezien?
– Waarom …. wil je niets van een God of kerk weten maar denk je wel dat er ‘iets of iemand boven ons is’?
– Waarom … voel je je in je eigen kerk futloos, merk je niets van God en ervaar je juist onverschilligheid?
– Waarom dan…gaan we over deze essentiële levensvragen zo vaak het gesprek uit de weg?
Zoveel Zacheüssen zijn er binnen en buiten de kerk. Al deze Zacheüssen hebben een ding gemeen: dat ze verlangen naar veiligheid en geborgenheid, naar een God die zich aan hen laat zien en onvoorwaardelijk van ze houdt. Laat God zich soms in deze verborgen vragen aan ons zien?
Ligt daar soms de uitdaging voor christenen in deze tijd: hoe kunnen christenen en kerken dichterbij al die Zacheüssen komen, die worstelen met die ‘verborgen kamer’ in hun ziel?
Op blote voeten.
De durf om de ‘verborgen kamer’ van het hart van mensen binnen te gaan kan alleen op blote voeten.
Door een nederig en nieuw gesprek over de mysterieuze ‘wolk van God’ die voor Zijn volk uitgaat en voor ze zorgt.
Door een eerbiedige zoektocht naar de heilige God waarvoor we, net als Mozes deed, onze sandalen uitdoen als we Zijn grond bij de brandende doornstruik betreden.
Door het stil zijn over Gods radicale openbaring van Zijn liefde aan ons toen Hij Zijn zoon Jezus naar de aarde stuurde.
Over ons verlangen naar veiligheid en geborgenheid bij Hem. Als de verloren zoon die mag thuiskomen bij zijn vader.
Sommige Zacheüssen van onze tijd voelen geen afstand tot God of tot Jezus, maar tot de kerk als ‘georganiseerde religie’. Maar door de kerk alleen maar zo neer te zetten, maken we van religie een privé fantasie die we ook nog eens delen met gelijkgezinden. Kerken zijn in essentie een gemeenschap van lotgenoten samen op reis met God. En waarbij we leren nieuwe ruimte voor de Zacheüssen te scheppen en het gesprek met elkaar zoeken hoe we ons samen door God laten vinden.
Want Jezus vond Zachëus en riep hem bij zijn naam… (Lucas 19).