“Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn barmhartigheid heeft hij ons opnieuw geboren doen worden door de opstanding van Jezus Christus uit de dood, waardoor wij leven in hoop”(1 Petrus 1: 3)
Pasen is een tijd van hoop! De leegte binnen veel mensen roept om vervulling. Eenzaamheid, onzekerheid of onrust: de belangrijkste vraag die mensen hebben in hun leven gaat over hun verlangen naar veiligheid en geborgenheid, naar een God die zich aan hen laat zien en onvoorwaardelijk van ze houdt. Met Pasen is dat een voldongen feit!
De uitdaging voor christenen en kerken in deze tijd van kerkverlating, eenzaamheid en zoeken naar zingeving is groot.
Hoe kunnen christenen en kerken dichterbij al die mensen komen, die worstelen met die ‘verborgen kamer’ in hun ziel?
Op blote voeten.
Jezus ging op blote voeten naar het kruis.
Om de ‘verborgen kamer’ van het hart van mensen binnen te gaan.
De opstanding van Jezus uit de dood (Pasen) is de spiegel van het raadsel van Gods liefde. Jezus weerspiegelde in heel zijn leven, zijn dood én zijn opstanding de mysterieuze liefde van God voor de mens. De mens die Hij als Zijn bijzondere levenswerk heeft gemaakt en waarvan Hij met een wonderlijk intense en moederlijke liefde houdt.
Paulus verkondigde eeuwen geleden in Athene op de Aeropagus al dat we op zoek moeten naar de onbekende God. We zoeken Hem tussen de goden van deze wereld. Maar daar is Hij niet. We zien Hem niet, omdat Hij te dichtbij is. “Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken en Hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is. Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij” (Handelingen 17: 27-28). Paulus liet op de Aeropagus al de spiegel van Pasen zien, in het verhaal van Jezus die uit de dood is opgestaan. Maar de grieken lachten hem uit en liepen weg.
Wat doe jij met deze onbekende God? Ook als je Hem niet ziet of ervaart? Loop niet weg! God ziet en kent jou. Hij wil graag dat je Hem gaat kennen, ook al zul je Hem nooit begrijpen. Dat is het grote raadsel dat God ons heeft opgegeven.
Wie ben ik dan eigenlijk? Onze werkelijke identiteit vinden we in de opgestane Jezus! Eens krijgen we een wit steentje waarop onze nieuwe ware naam geschreven staat die niemand zal kennen behalve de ontvanger (Openbaring 2:17). Wat een uitdagend raadsel!
God geeft een toekomst vol van hoop!